Westertoren
door Wanda Félice Bloemgarten
Tijdens een crisis word je teruggeworpen op wat je hebt.
Op persoonlijk niveau: waar ben ik, met wie en wat heb ik? Op nationaal niveau: wie hebben de touwtjes in handen en waartoe zijn ze in staat?
En voor mij als fotograaf: welke apparatuur heb ik?
Ik vond mijn digitale camera matig geschikt voor uitzonderlijke omstandigheden zoals een lockdown en besloot mijn analoge camera te gebruiken. Na een kijkje in de koelkast vond ik een doosje rolfilm van voor de val van de Berlijnse Muur.
Het land baadde wekenlang in fabelachtig licht – stralend weer en tragedies gaan vaak samen.
Ik trok er vroeg op uit, toen het licht nog zacht was, en volgde de ligging van de straten terwijl het licht langs de gevels en kozijnen streek.
Ik vond een stad bevolkt met maar drie soorten inwoners: werklui, zoals bouwvakkers, schilders en landmeters; hardlopers, die met een verbetenheid gezond bleven; en ten slotte fotografen.
Trams reden wel, maar leken geen bestuurder te hebben. Alle beelden waren schoongespoten en met een likje verf op de vensterbank leek de stad in afwachting van iets.
Wat de werklui maken, leggen de fotografen vast. Ze vertellen allen nooit wanneer.
door Arthur Perdijk