Vrijwilligers in tijden van corona
door Daphne van Paassen
Eén dag voor Koningsdag en twee dagen voor het einde van de avondklok ontpopt de stad.
De zon begint te schijnen en al fietsend langs de oever van de Amstel, zie ik vanaf de Hermitage tot de Berlagebrug één langgerekte picknickplek. Op deze ontmoetingen hebben de mensen zo lang gewacht.
Op koningsdag zelf is het eerst gezellig druk. Er zijn mensen die hun eigen feestje bouwen, maar de straten, parken, grachten en pleinen lopen van vol tot overvol. We willen wel. Het mag nog niet. Maar we doen het toch. De stad en de mensen zijn niet meer te stoppen.
De volgende dag wordt de avondklok opgeheven. Om 22.30 ontdek ik in het Sarphatipark een heuse rave met een circa 150 jongeren (je mag op dat moment met niet meer dan 2 mensen op straat lopen). De muziek galmt hard, er wordt gegild, gehangen, rondgerend. Je hoort het sissen van het vullen van de ballonnen en er hangt een zware wietlucht. Een jolige sfeer.
De weken daarna zie ik meer mensen op terrassen. Zelf als het pijpenstelen regent. Er staan lange rijen voor de grote, goedkope winkelketens zoals de Action en de Primark. Buiten wordt nog steeds gesport, het culturele leven ligt nog plat. We hunkeren naar meer.