Meervaart | Luistervoorstelling Vrijzicht
door Meervaart Jong
24 april 2020
Olga’s eigen coronakringetje 2
Toen ik dertien was en mijn ouders gescheiden, vroeg mijn moeder mij of wij ook zouden emigreren naar Amerika, net zoals haar zus vijftien jaar eerder en haar schoonzus, nog maar net een half jaar geleden. De hele familie aan moederskant was binnen een jaar gescheiden, ook mijn opa en oma. Mijn tante in Amerika was zelfs al drie keer gescheiden. Daar gniffelden mijn zussen en ik over. We noemden haar een movie star. We schrijven begin jaren zeventig, de feministische golf sloeg over ons land en raakte vooral de vrouwen, die zich langzaam van het aanrecht verwijderden.
‘Ik ga niet mee’ zei ik. Heel stellig en we hebben het er nooit meer over gehad.
Amerika. Wat mijn argumenten toch tegen dit land waren, ik weet het niet meer. Als ik nu naar de VS kijk, dan kan ik me alleen maar verbazen over wat het land bezielde toen ze koos voor Trump, werkelijk de slechtste president die de VS ooit gehad heeft.
Ieder van ons heeft wel zo zijn bedenkingen tegen de magnaat, die hoef ik niet te gaan herhalen. Ik ga hier dus niet uitweiden over al zijn streken die dat land zo sterk verdeelt. ‘Juist,’ zegt onze premier over ons eigen land, ‘terwijl solidariteit op dit moment het hoogste goed moet zijn,’
Solidariteit. We hebben de stiltepiek misschien wel gehad. Ik zie het langzamerhand weer drukker worden bij de winkels. Wel ontwijken we elkaar nog zoveel mogelijk. Het moet in ons systeem roesten, de anderhalvemeterpasseertechniek. Grappig vind ik dat je nu met een boogje om mensen heen kunt lopen die je liever niet ziet, die je liever niet te dicht nadert, niet in je aura wil toelaten.
Met dat systeem komt het wel goed. Maar wat als de toeristen terug komen naar Amsterdam? Waar je, als je uit de tram stapt, meteen tegen Chinese mensen op botst, die op hun telefoontjes staan te zoeken naar waar het Anne Frankhuis is.
We weten wie het zwaar hebben, wie diep geslagen zullen worden in deze crisis. Dat zijn de zwakken, de chronisch zieken, de ouderen, de gehandicapten, en vooral: de armsten.
Maar er is niet één groep of individu die het minder moeilijk aanvoelt. Als je een vaste baan hebt, een fijne partner met werk, kinderen in de schoolgaande leeftijd, dan heb je het ook zwaar, maar om hele andere redenen; ik kan het helaas alleen maar luxeproblemen noemen.
Ik zie de landen die het slecht hebben. Onder dictatoriaal bewind staan. Waar de armoe zo groot is, met nog meer honger dan voorheen, honger die rondwaart omdat er geen geld verdiend kan worden, omdat mensen de straat niet op mogen. Vluchteling in eigen huis.*
Alles wat al erg was, alles is nog vreselijker.
We kunnen niet terug naar het oude zoals heel veel mensen wensen. Het oude heet niet voor niets oud, we zullen moeten vernieuwen, en ja mijnheer Rutte, ook dat zullen we samen doen.
Ik breng u allen een alcoholvrije toast, witte wijn 0.0. Helemaal in de stijl van deze tijd; waarin wij Nederlanders kunnen – nee moéten – contempleren.
Ik blijf zo blij dat ik in Nederland geboren ben.
* Deze term mocht ik lenen van collega schrijver en vriendin J. van Dijck