Corona in de Stad

December 2020 – Een flink aantal van de nachtclubs is al maanden gesloten. Clubs zijn een broedplaats voor creativiteit en experimenten, zegt Ramon de Lima van stichting N8BM. Drie liefhebbers van het nachtleven aan het woord. “Ik mis het uitgaan dagelijks.”

TEKST Robin Uitham BEELD Sandra Hoogeboom

Josephine (22) studeert muziekmanagement, is stylist en werkt als stagiaire bij Omroep Zwart. Ze werkte achter de bar van club Bitterzoet.
‘Uitgaan was zo’n deel van mijn leven’

“Ik werkte in Bitterzoet sinds augustus vorig jaar. Op een gegeven moment werkte ik er echt vier dagen per week, vooral achter de bar maar ook aan de kassa. Als er geen concerten waren, dan werkte ik vanaf half elf ’s avonds tot vijf uur ’s ochtends, drie á vier nachten in de week. Ik heb nu een heel ander ritme. De sfeer was er geweldig. De nachtclub-avonden vond ik het leukst, die voelden als uitgaan. Na twee uur ‘s nachts deden we met zijn allen een shotje, superleuk, het was een grote familie.”

“Toen stopte het opeens, mijn laatste avonddienst 12 maart weet ik nog als de dag van gisteren, er was een feest, en opeens was het: jongens corona komt dichterbij, plotseling was het shot down. We hebben nog een filmpje in de Bitterzoet gemaakt hoe het zou zijn om op anderhalve meter uit te gaan, daarna ben ik er niet meer geweest. Ik mis het erg.”

“Ik verdiende niet veel, maar mijn inkomen naast mijn studielening viel weg. De eerste maanden kreeg ik ww, dat was chill. Nu moet ik terug naar mijn ouders omdat ik niet genoeg verdien.”

“Uitgaan mis ik zo erg, het was zo’n groot deel van mijn leven. Ik werk best veel en dan mis je een uitlaatklep dat je in de avond ergens een biertje gaat doen, of bij mensen thuis, en dat je daarna gewoon uitgaat en nieuwe mensen leert kennen. Nu halen we bij elkaar thuis drankjes, maar dat is niet hetzelfde, verreweg niet.”

Ramon de Lima (28), voorzitter van de stichting Nachtburgemeester
‘Den Haag moet de nachtcultuur niet vergeten’

De Amsterdamse nachtclubs hebben sinds 17 maart geen inkomen meer, vertelt Ramon de Lima. Sommige clubs hebben hun ruimte verhuurd aan andere ondernemers, andere clubs zijn doorgegaan als restaurant. “Garage Noord is bijvoorbeeld nu een roti-zaak. Maar een flink aantal is echt gesloten sinds maart. Sinds de maatregelen weer strenger zijn geworden, is het ook lastiger om activiteiten te ondernemen. Clubs overleven nu nog omdat ze aanspraak kunnen maken op tijdelijke overheidssteun, maar velen overwegen toch de handdoek in de ring te gooien. Als de situatie nog langer voortduurt, raken alle reserves op en komt het moment dat clubs gedwongen dicht moeten.”

Tot nu toe heeft een club, De School, onder andere door de crisis de deuren moeten sluiten, aldus De Lima. “Die club was wereldwijd bekend, had een 24-uursvergunning, er was een kunstruimte, een café restaurant, een gym. En dat alles op een unieke lokatie in een oude school met klaslokalen. We zijn een van de grote spelers kwijtgeraakt. Andere clubs vrezen hetzelfde lot.”

De clubs missen perspectief, zegt hij. “Op de routekaart van het kabinet komt het nachtleven niet voor. De gemeente is toch gebonden aan wat in Den Haag wordt besloten over bijvoorbeeld test-evenementen in clubsettings. Gemeentelijk geld gaat eerst naar gesubsidieerde instanties, wat er overblijft kan worden verdeeld, maar is te weinig om de schade te dekken. De gemeente moet sterk zijn in haar lobby richting Den Haag om ook de nachtcultuur niet te vergeten. Daarbij helpen wij de gemeente ook. Blijf hameren op financiële steun voor noodlijdende clubs, maar ook voor de tienduizenden makers die nu werkloos zijn.”

In het nachtleven werken tienduizenden mensen, aldus De Lima. “Niet alleen de mensen die in clubs werken, ook de toeleveranciers, van bijvoorbeeld licht, geluid, beveiliging. Ook de taxichauffeurs behoren tot de nachtcultuur. In de creatieve industrie vallen de grootste klappen. Velen, ook in mijn omgeving, krijgen Tozo, iets meer dan duizend euro, in Amsterdam is dat eigenlijk te weinig. Ik ken mensen die nu bij een vleesverwerkingsfabriek werken, of de supermarkt of een bezorgdienst. Maar er zijn er ook die geen werk kunnen vinden en uit hun appartement worden gejaagd omdat ze de huur niet kunnen betalen.”

De nachtclubs in Amsterdam zijn een broedplaats voor creativiteit en experimenten, zegt hij. “Veel kunsten komen samen op de dansvloer, niet alleen muziek maar ook vormgeving, performance art. Voor veel mensen is het een plek waar ze inspiratie opdoen, het is een ontmoetingsplek, waar mensen de sores van de dag vergeten en zich veilig en vrij voelen, waar ze anderen kunnen ontmoeten en hun horizon verbreden. Zeker in Amsterdam draagt het nachtleven bij aan de internationale alure. Dat dreigen we te verliezen.”

Sinds kort presenteert De Lima iedere laatste vrijdag van de maand radioshow De Rookruimte, in de Tuin van BRET. Daarin praat hij met makers en beïnvloeders van het nachtleven. Gespreksonderwerpen genoeg: meer aandacht voor discriminatie door de Black Lives Matter-beweging, Me-Too in het nachtleven, en de toekomst. “Hoe krijgt het nachtleven straks weer ruimte voor opbouw. Clubs en evenementen zijn straks ook gebaat bij ruimere openingstijden en een 24-uursvergunning. Dan kan een club yoga met techno in de ochtend, een kunstruimte of kinderopvang bieden. Vrije openingstijden zijn interessant omdat clubs straks hun inkomen moeten aanvullen.”

(De Lima is voorzitter van stichting N8BM, hij neemt tijdelijk de taken waar van de nachtburgemeester. Volgende zomer wordt opnieuw een nachtburgemeester gekozen).

Taj Kroon (23) is student Science, Business & Innovation en DEEJAY
‘Dat alles wegviel, was een shock’

“Voor corona draaide ik gemiddeld twee tot drie keer per maand. Behalve mijn inkomen, is het mijn passie. Hetgeen waar ik voor leef. Toen alles dicht ging, was het wennen. Ik was twee tot vijf keer per week in een club te vinden. Mijn hele sociale vriendenkring is in elkaar gestort. Dat was ook een shock voor me toen ik me realiseerde dat mijn dagelijks leven zo hiermee is verweven. De clubs, het nachtleven en de muziek waren mijn grote drive, ik praatte erover, ik werkte ervoor. Als dat opeens wegvalt, kijk je om je heen: wat ben ik met mijn leven aan het doen.”

“Gelukkig ben ik toen veel muziek gaan produceren. Daaraan besteed ik nu dagelijks wel meerdere uren, dat is een goede uitlaatklep.”

“Vanaf mijn veertiende draaide ik in parkjes en coffeeshops, later ging ik als dj aan de slag, de afgelopen coronatijd minder, maar ik heb nog in Paradiso gedraaid en op feestjes. Het begon met simpele house en hits, maar nu ga ik ook diep in op de techno, breakbeats en offbeats. Ik hou erg van uitheemse muziek. Die probeer ik ook zelf te maken.”

“Afgelopen tijd heb ik nog gedraaid in een restaurant of bar. Maar dan wissel je op een gegeven moment boze blikken uit met de barman, want hij wil geen boete krijgen en vindt dat je te heftig draait, terwijl ik graag mensen laat dansen. En ik heb op een illegaal feestje gedraaid. Na maanden muziek kunnen opzetten, was geweldig.”

“Als de tijd stil staat, komt er ook ruimte voor vernieuwing. Het zou goed zijn als er meer underground in het nachtleven komt, en meer ruimte voor opkomende dj’s.

“Ik mis het nachtleven dagelijks, maar je gaat terug naar basic, ik ben meer aan het rennen en voor mezelf aan het koken, maar daar ligt niet mijn hart. Ik hoop dat de regering snel groen licht geeft en dat het nachtleven weer kan beginnen met corona-snel-testen. Ik zie nu al voor me hoe al die clubs dan met man en macht de eerste avond opzetten. Het extasemoment van de eerste avond weer uit.”

Een flink aantal van de nachtclubs is al maanden gesloten. Clubs zijn een broedplaats voor creativiteit en experimenten, zegt Ramon de Lima van stichting N8BM. Drie liefhebbers van het nachtleven aan het woord. “Ik mis het uitgaan dagelijks.”

door Robin Uitham - MUG Magazine

Dit artikel is onderdeel van de zaal ’21 maanden armoede’ van MUG Magazine. MUG is gratis te krijgen op 300 plekken in de stad, waaronder supermarkten en bibliotheken, en bevat tips en informatie over werk en inkomen, armoedebestrijding en schuldhulp.