28 maart 2020. Laat ik beginnen met de meest voor de hand liggende observatie: sinds een week of twee is het opvallend veel stiller geworden in de stad. Maar ondanks mijn achteruitgaande gehoor (ik heb me te vaak in een ‘wall of sound’ ondergedompeld tijdens concerten, heb een voorkeur voor luide gitaarmuziek en doe tijdens het klussen nog maar sinds kort aan gehoorbescherming) hoor ik op straat ineens veel méér dan anders. Dit lijkt in tegenspraak met de constatering dat het in de stad nu veel minder druk is, maar is dat niet. De anders constant op de achtergrond aanwezige ‘ruis’ van het verkeer, vooral het geluid van banden op het wegdek en optrekkende motorvoertuigen, alsmede het geroezemoes van stemmen in de massa mensen maken het voor mij doorgaans praktisch onmogelijk om iets ‘specifieks’ op te vangen in deze brij van geluid. Nu hoor ik ineens zo maar gedeeltes van gesprekken terwijl ik door de stad loop, blijken er overal vogels te zingen, noem maar op. Maar het allerbelangrijkste is dit: er zijn geen vliegtuigen! Waar je binnen de Amsterdamse ring (met name in de lijn van CS naar het Amsterdamse Bos) doorgaans elke minuut op zo’n laag overvliegend gierend en brullend monster wordt getrakteerd, is het… stil. Wat een weldadige rust. De gedeeltelijke lock-down van Schiphol is zo een uitgelezen kans om je te beseffen wat onvermijdelijk lawaai boven je hoofd met een mens doet: bij een potentiële dreiging van boven zorgt je oer- instinct voor een constante aanmaak van stress- hormoon. Daar wordt je langzaam ziek van. En dan heb ik het nog niet eens over de kerosinewalm die dit luchtverkeer met zich meebrengt. Schiphol wordt wel eens de motor van onze economie genoemd, of dit terecht is laat ik in het midden, maar nu die motor op wat minder toeren draait, kunnen we als mensen misschien wat op adem komen. Voor mij mag dit nog wel even duren!
Rolf, bewoner Bickerseiland Amsterdam
by Rolf Bron