Filters

Wis alle filters

Op onderwerp

Op medium

Medewerkers van een informele voedselbank
Afbeelding 21 maanden armoede

Dagboek: ‘Mensen smeken om gratis voedsel’

Mei 2020 – Amsterdammer van het jaar 2019 Abdelhamid Idrissi is oprichter van de Studiezalen. Daar kunnen kwetsbare jongeren na schooltijd in alle rust leren. De studiezalen moesten door de corona-crisis dicht. Idrissi besloot de veelal kwetsbare gezinnen van ‘zijn’ leerlingen op een andere manier te ondersteunen. Speciaal voor MUG Magazine hield hij een dagboek bij.

TEKST Elizabeth Venicz BEELD Abdelhamid Idrissi

Abdelhamid Idrissi wilde aanvankelijk alleen de huiswerkbegeleiding online voortzetten. Maar veel kinderen bleken geen laptop te hebben. Ook was in nogal wat gezinnen het inkomen weggevallen. Met een netwerk van ondernemers organiseert Idrissi nu laptops én voedselpakketten. Groente die niet kan worden geëxporteerd, gaat direct van de boeren naar arme gezinnen in Amsterdam. Een dagboekverslag van zijn hectische Paasweek.

Donderdag 9 april

Om te snappen hoe ik mijn vrijwilligers het beste in kan zetten, wil ik het allemaal zelf ervaren. Dus haalt vrijwilliger Harun me om 11.00 uur op. Ik kan nog nauwelijks geloven dat Harun al zijn vrachtwagens gratis aanbied, inclusief tankpas en chauffeurs. Een extra motivatie om alles perfect te regelen.

In de vrachtwagen voel ik mij net een kind. Voor het eerst in een vrachtwagen. De chauffeur leert me hoe alles werkt.

Bij de boeren loop ik met een grote glimlach over het erf. Ik krijg flashbacks van vroeger op vakantie in ons dorp in Marokko. Alleen zit ik nu op 45 minuten rijden van Amsterdam. Een gek gevoel. Een nieuwe wereld gaat voor mij open. Ik merk dat de boeren graag mijn verhaal willen horen. Ik vertel over de armoede en kwetsbaarheid die ik tegenkom. ‘Ik wist niet dat dit nog aan de orde was in Nederland’, reageert een boer. Zo komen mijn wereld met die van de boer samen.

Te veel kinderen in onze Studiezalen kennen deze wereld niet.
Eigenlijk moet elk Studiezaalkind leren over de bijen en de honing, de boeren en de Nederlandse landbouw.

Langs drie boeren gereden, alle pallets ingeladen. In onze loods staat mijn team klaar om alle aardappelen, uien, bieten, penen, kolen en appels uit te laden. Daarna ben ik gaan assisteren op kantoor.

Om 17.30 uur rijd ik even langs de wijkuitgiftelocatie waarvan we gratis gebruik mogen maken dankzij Keij & Stefels Makelaars. Er is geen toilet, ook is het stoffig, de ramen zijn smerig en er zijn onveilige plekken. De grondige schoonmaak en timmerman die nodig zijn, schuif ik naar morgenochtend.

Het zou leuk zijn, bedenk ik, om alle groente en fruit op marktkramen uit te stallen. Na wat belletjes is het geregeld. Om 20.30 uur komen de kramenbouwers. Lekker snel. Ik kan met een goed gevoel naar huis. Tussendoor regel ik bij de buren dat we morgen, op de uitgiftedag, van hun toilet gebruik mogen maken.

Om 23.15 uur verzend ik mijn laatste appjes om alle vrijwilligers te bedanken.

Vrijdag 10 april

Om 07.15 uur wordt mijn jongste wakker. Ik spring onder de ­douche, verschoon de kleine, maak snel een ontbijt voor de kids en een kopje koffie voor mijzelf. Om 08.00 uur sta ik in de enorme loods die de Rabobank en Oram (ondernemersnetwerk) hebben geregeld. Alle tassen staan klaar. In een half uur laden we ruim 5.000 kilo in om in de wijken op de kraampjes uit te stallen. Ondertussen noteer ik wat er beter moet.

Telefoontjes blijven binnenstromen. Mensen die iets willen betekenen, bedrijven die willen aanhaken bij het initiatief, een plaatselijke poelier die plots 100 kilo kippenbouten doneert, Uber die wil helpen vervoeren, mensen uit de politiek (links én rechts) die hun handen uit de mouwen willen steken voor deze kwetsbare doelgroep, en ondertussen mailtjes beantwoorden, journalisten te woord staan en langs de Action om hesjes te lenen met ‘1,5 m afstand houden a.u.b.!’

Idrissi en twee medewerkers bij de bestelbus van de informele voedselbank

Idrissi (met blauwe handschoenen) maakt gezinnen blij met gratis voedsel. © Abdelhamid Idrissi

Om 11.00 uur staat alles klaar. Ik kan even naar huis om de kleintjes te knuffelen en wat te eten. Mijn colbertje gaat aan en weer de deur uit. Op weg naar de auto kijk ik op mijn telefoon en schrik van ruim vijftig gemiste oproepen. Vooral van gezinnen die in contact staan met onze studiezaalgezinnen en die smeken om een pakket. Ik besef hoeveel armoede er is. Verborgen armoede, uit schaamte, uit onwetendheid, uit angst. Goed om te zien hoeveel gezinnen ons weten te vinden. Gezinnen die wij niet zullen loslaten.

Om 13.00 uur komt de eerste vrolijke vrijwilliger: Sofyan Mbarki, toevallig ook fractievoorzitter van de PvdA, die zich in allerlei bochten heeft moeten wringen om te komen helpen. Na Sofyan stroomt de rest binnen: bewoners met busjes, stadsdeelvoorzitter van Nieuw-West Emre Unver, fietsers uit Utrecht… Alsof ik in een film zit.

Ik krijg pijn in mijn hart als we een aantal gezinnen die spontaan langskomen niets mee kunnen geven. Emotionele mannen en vrouwen vertellen hun verhaal. Het moeilijkste verhaal is van een man in zijn invalidenwagentje met twee kinderen achterop: ‘Ik heb niet genoeg geld, mag ik a.u.b. ook?’ We geven hem twintig kilo aardappelen zodat hij even door kan. Nog voor de uitgifte staan er ruim zestig extra gezinnen op onze lijst.

Vanaf 16.00 uur stromen de gezinnen binnen en om 18.00 uur zijn er nog maar twee aardappeltjes en een uitje over van die duizenden kilo’s groente en fruit. De eerste foto’s komen binnen van de gerechten die de gezinnen maken. Zo dankbaar zijn ze. Volgetankt met positiviteit ga ik het weekend in.

Maandag 13 april

In het paasweekend probeer ik offline te zijn. Echt even alle tijd voor mijn gezin. Ik luister naar mijn kind dat in de tuin speelt. ‘Papa, deze slak is zijn huisje kwijt.’

Tijdens het boodschappen doen moet ik nog even racen om het gehuurde materiaal te retourneren, een reservesleutel af te geven aan de makelaar en de hesjes terug te brengen naar de Action.

Ik vraag me af waarom ik, hoewel we zo ontzettend goed bezig zijn en zoveel waardering krijgen, toch niet gerust ben. Eigenlijk weet ik het wel: de studiezalen waar ik al ruim negen jaar aan bouw, ‘mijn eerste kindje’, zijn nog steeds niet veilig. Nog steeds is het een financiële strijd, terwijl ik weet dat wat we hebben opgebouwd de sleutel is om veel gezinnen uit de armoede te trekken en kinderen gelukkiger te zien worden. Ik overvraag mijn team en werk al jaren veel te hard. Deze laatste dag van het paasweekend bedenk ik een oplossing om echt rust in de toko te krijgen. Al die mooie bedrijven die ons nu zo goed kennen moeten een Studiezaal adopteren! Financieel bijdragen en daarnaast in Studiezalenstyle alles willen doen om de glimlach op het gezicht van het gezin te krijgen. Door een stageplek te regelen of een werkplek. Net wat er nodig is. De rust van het paasweekend heeft mij goed gedaan.

Dinsdag 14 april

Goed nieuws! We kunnen door. Elke twee weken helpen wij minimaal 235 gezinnen, We bespreken hoe wij meer gezinnen kunnen bedienen met voedsel van Nederlandse boeren. Tijdens de corona-crisis gratis en daarna voor weinig geld. We hebben het nu al over tienduizend kilo’s.

Door het partnerschap met Erik Traa en Barbara Baarsma van de Rabobank en Ruben Nieuwenhuis van de AEB (Amsterdam Economic Board) en mijn wijknetwerk en ervaring kunnen we stappen zetten. Ook na de corona-crisis.

door Elizabeth Venicz - MUG Magazine


Dit artikel is onderdeel van de zaal ’21 maanden armoede’ van MUG Magazine. MUG is gratis te krijgen op 300 plekken in de stad, waaronder supermarkten en bibliotheken, en bevat tips en informatie over werk en inkomen, armoedebestrijding en schuldhulp.


Onze
partners

met dank aan: Gemeente Amsterdam West Soundtrackcity Het huis van Amsterdam