KONINGSDAG in Amsterdam 2020 tijdens Covid-19 pandemie
door Marijn Schulte
Het coronavirus waart als een spook door heel de wereld, dood en verderf zaaiend. ‘Thuisblijven’ is het devies maar ik, dwarsdenker van huis uit, stap als enige in een lege tram. Privéritje van het OV. Ik denk dat ik hier minder risico loop te worden besmet door het virus dan in de supermarkt. Heerlijk rustig in die tram, geen keihard bellende types en gedoe om mij heen.
Op mijn gemak kijk ik naar buiten. Een liedje van Ramses speelt door mijn hoofd: ‘Het is stil in Amsterdam, de mensen zitten binnen’.
De harde wind heeft vrij spel in de straten: overal waaivuil en omgewaaide fietsen. Wel een heerlijk zonnetje. Op de vaste banken van een leeg terras zit een stel te lunchen met hun, neem ik aan, zelf meegebrachte eten. Verderop zitten mensen gewoon op de stoep voor een pui in de zon, want het is lente. Overal zie ik bloesemende bomen, een prachtig geelgroene treurwilg en al veel ontluikend groen.
Hé, een abri met een originele poster: van boeken is een huisje gemaakt met daaronder de tekst: ‘Gelukkig kun je thuis ook veel beleven.’ En nog eentje met een ander huisje: ‘Als je niet naar buiten kan, haal je de wereld toch binnen.’ Het zijn posters voor online boekhandels en bibliotheken. En een met de tekst: ‘Hou je oma van de IC.’
Ondertussen sukkelt de tram met een slakkengangetje voort, stopt bij elke halte, schuift alle deuren open en ja hoor, daar stapt warempel iemand in. Nou, plek zat!
Hier, de Leidsestraat. Wat een dooie boel. Alle winkels dicht met hekken en rolluiken. Eentje open, iets van Telecom of zo. En hier is een Albert Heijn. Die is natuurlijk wel open. Er komt een vrouw naar buiten met een kar met kop, helemaal vol pakken toiletpapier. Groot gezin? Iedereen aan de diarree? Nee, er wordt gehamsterd. Gelukkig heeft Albert Heijn in hun laatste Bonusfolder die hamsters plus het woord hamsteren er uit gelaten.
Er fietsen en lopen hier en daar nog wel wat mensen. Ik zie ook zogenaamde ‘kwetsbare ouderen’ (en andere patiënten! volgens Rutte), in kekke sportieve jackjes plus rugzakje, gezamenlijk in stevig tempo wandelen. En een heer valt mij op: hij gaat gekleed in een, zo te zien dure kuitlange overjas met daar onder een grijze pantalon met contrastkleurige paspels langs de zijnaden in knalrood en geel.
Bij de Praxis is het wel een beetje, gecontroleerd, druk. Iedereen schijnt te gaan klussen. Ikzelf doe dat ook, maar daar heb ik de Praxis niet voor nodig. Er zijn allerlei klusjes die al lang liggen te wachten. En eindelijk kan ik mijn ontwerpen voor sieraden nu eens gaan uitwerken. Bovendien ligt er nog een stapeltje boeken op me te wachten om te worden gelezen. Het woord vervelen komt in mijn woordenboek niet voor. En door de rit met de tram heb ik weer veel inspiratie opgedaan. Ik probeer het voor mij positieve element dat door corona ontstaat, de vele extra tijd, te benutten.
Op een gegeven moment ben ik, heel in het begin, in de tram gestapt om inspiratie op te doen voor een coronaverhaal.
door fieteke leenes