Voetballen op de Wallen
door Frank Schallmaier
Het lange wachten is voorbij. Ik ga onder het mes, eindelijk krijg ik een cochleair implantaat. De operatie van mijn cochleair implantaat (CI) vond plaats meteen na de eerste lockdown op 15 juni 2020.
Maandagochtend 15 juni was de grote dag voor mijn CI-operatie. In alle vroegte reed de taxi voor om op tijd om 7.00 uur bij balie C 1 bij VUmc te zijn. Ruim op tijd arriveerde mijn man en ik. Bij de receptie van de ingang was niemand behalve een verdwaalde schoonmaker. Op naar de receptie van C 1. Ook bij die receptie was geen kip te bekennen. Dan maar even wachten en dat werd beloond. We hoorden langzaam iemand aan komen lopen. Ik kreeg een intake met standaard vragen en waaronder de vraag of we recent nog in het buitenland op vakantie waren geweest. Daarna werd ik rustig naar een kamer begeleid. Ik kreeg een mooie blauw operatieschort aan en ben in bed gaan liggen. Mijn ‘kostbare spullen’ bril, hoorapparaten en mobiele telefoon moesten in het kluisje op de kamer achter blijven, tegen diefstal en verlies. “Ook onhandig”, dacht ik nog. Alles verliep heel relaxed. Ook op de gang heerste algehele stilte en was er niemand te zien. Rond half acht werd ik opgehaald door de afdeling vervoer die mij in mijn ziekenhuisbed naar de voorbereidende operatiekamer bracht. Dat vond ik eigenlijk wel leuk. Ook hier was maar één verpleegkundige en een schoonmaker. Tja, en toen kwamen de vragen naar naam, geboortedatum en waarvoor ik kwam. Dat ging ém bij mij niet worden, zo zonder hoorapparaat. Mijn temperatuur was te hoog en de thermometer werd me voorgehouden. Die kon ik niet aflezen zonder bril. Gelukkig bleek de thermometer defect. Iedereen was geduldig en vriendelijk en ik voelde me redelijk ontspannen. Na een half uurtje kwamen er twee anesthesisten. Opnieuw begon het spel van vragen naar mijn naam en geboortedatum en waarvoor ik kwam. Kon het niet goed verstaan. Wachten, wachten. Toen werd ik naar de OK gereden. Ik moest overstappen op de operatietafel en kreeg een infuus en werd volgehangen met plakkers. Ik had het vooral koud. Het CI-team was nog niet compleet dus we moesten nog even wachten. Ineens kreeg ik een mondkapje op en degene die ik kon verstaan riep nog: “Slaap lekker” en weg was ik. Dat moet denk ik rond 8.30 uur zijn geweest.
Rond half een ontwaakte ik uit de narcose en voelde me niet lekker. Ik had hoofdpijn, keelpijn en rugpijn en inmiddels had ik overal slangetjes. Die waren gelukkig aangelegd tijdens de narcose. Dat was prettig. De pijnmedicatie werd opgehoogd. Ik bleek ineens een dikke arm blauwe arm te hebben dus werd het infuus verlegd naar m’n voet. De verpleegkundigen hielden me vriendelijk in de gaten. Ze vroegen naar hoeveel pijn ik had, maar ik verstond hun vragen niet. Gelukkig werd de pijnmeter op een blaadje getekend, dat was handig.
Inmiddels werd ik meer en meer wakker en begon ik zowaar de vorm van Tai Chi uit mijn hoofd op te zeggen. Dat heb ik de afgelopen maanden rond 13 uur dagelijks gedaan en denk dat hersenen hier meteen rond dit tijdstip aan de gang gingen. Zal mijn Tai Chi leraar Sam Franklin leuk vinden om te horen.
Rond half drie had ik weer een bedritje naar de zaal. Vond het weer leuk. Knap dat ze een bed zo kunnen manoeuvreren zonder te botsen. Op de zaal aangekomen stonden er gelukkig twee glazen drinken: water en limonade. Hoorapparaat rechts in, bril op en soloapparatuur aangezet. Ik was weer in de wereld. Ben meteen naar de wc gegaan. Dat is fijn na een katheter. Of ik zin in een broodje had, vroeg iemand vriendelijk. Ik had echt honger en dorst. Dus at ik 3 boterhammen, Cup a Soup, dronk thee en nog meer water. Rond half vier kwam de arts die eigenlijk meteen zei: operatie ging voorspoedig, duurde 2,5 uur en het zag er allemaal goed uit. Als ik wilde kon ik weer huiswaarts. De arts was verrast dat ik hem kon verstaan. We hadden nog een gesprekje over de operatie. Hij zei nog dat er op de operatie vaak onevenredig de nadruk wordt gelegd, waardoor er veel angst voor bestaat. Ik deel dit met hem. Ik voelde me goed en een beetje euforisch. Rond vijf uur werd ik door man en dochterlief opgehaald en was al snel thuis.
Merkte daar pas de druk op mijn hoofd, de inmiddels dikke blauwe hand, en m’n stijve nek. Met wat paracetamol ben ik meteen heerlijk mijn bed in gedoken en heb prima geslapen. De volgende dag voelde ik me goed: wat wondpijn en restjes van gevoeligheid door de slangetjes tijdens de operatie in keel en mond. Af en toe een onverklaarbare brom in mijn linkeroor. Leek op het inparkeren van een vrachtauto. Daar heb ik niet teveel aandacht aan besteed. Mijn nicht met een CI vertelde dat zij dat ook de eerste dagen naar de operatie had. In de eerste dagen kwam de vrachtwagen af en toe terug bij bepaalde hoofdbewegingen en was ik ook een beetje dizzy. Durfde daarom de trap niet af.
Woensdag had ik een off day: moe en een stijf hoofd.
Donderdag voelde ik me weer een heel mens. Vooral in bed. Ik kreeg af en toe bezoek, met mate, ben heerlijk verzorgd thuis en dat voelde prima. Heb rustig aan gedaan een paar dagen en veel geslapen. Dat is voor mij altijd een goede remedie. De pijnklachten, het dizzy zijn en de tinnitusbrom verdwenen binnen een week.
De maandag erop ben ik voorzichtig met een uurtje werken gestart. Dat was ook fijn om gewoon weer te doen. Dit ben ik vanaf die tijd rustig blijven doen. Veel aan energiemanagement gedaan, ook dat voelde goed.
Het cochleair implantaat bestaat uit drie fasen: het voortraject, de operatie/aansluiting en de revalidatie.
Bekijk het filmpje Onder het mes
door Marja de Kinderen