Help! Mijn moeder denkt dat ze mijn juf is
door Amé Woolthuis (9)
Dinsdag 2 maart luister ik naar de Van Woustraat, van 20.30 uur tot 22.30 uur. Net voor en na het ingaan van de avondklok. Dat klinkt heel typisch, luister maar;
20.30 uur Het is druk op straat. Iedereen probeert voor de avondklok binnen te zijn. Fietsers, alleen of in kleine groepjes zoeven haastig over straat. Er wordt druk gepraat. Rode stoplichten worden genegeerd, met gevaar voor eigen leven. Op de Van Woustraat geldt voor auto’s tempo 30, maar daar houdt niemand zich aan. Uit veel passerende auto’s schalt luide muziek. Er hangt een opgewonden stemming alsof er ergens in de stad iets staat te gebeuren waar iedereen naartoe wil, een kampioenschap? Een paar joggers draaien hun rondje. Mensen met honden lopen van het Sarphatipark terug naar huis.
21.30 uur. De avondklok is ingegaan. Wat een verschil met drie kwartier geleden qua geluid. Maar echt rustig is het nog niet. De maaltijdbezorgers racen met hun scooters en brommers over straat niet gehinderd door overig verkeer. Af en toe zie je nog een enkele fietser ineengedoken langssluipen alsof hij ongezien wil blijven. De bezorger van Albert Heijn laadt boodschappen uit en rolt ze met een steekkarretje naar de klanten toe. Twee nagenoeg lege trams denderen langs. Op de hoogte van de 2e Jan Steenstraat passeren ze elkaar. Een jongen en een meisje doen een ‘burgerlijk ongehoorzaam’ dansje midden op de Van Woustraat.
22.30 uur
Uit de verte klinkt het geluid van lijn 3 op de Ceintuurbaan. Verderop is nog een enkele auto aan het laden en lossen. Twee mannen roepen iets naar elkaar, dat klinkt heel anders dan anders, heel hol. Af en toe rijdt er een politieauto door de straat. Er zijn nog maar een paar maaltijdbezorgers onderweg. Afgezien daarvan is het onwerkelijk stil.
door Renate Zentschnig