Black Pride (NL): Protest tegen anti-Black Queer + Trans geweld
door Leonel Piccardo
De Amsterdamse economie is harder geraakt dan de landelijke en dat heeft zijn weerslag op de arbeidsmarkt. Aan het begin van de tweede golf maakt De Groene Amsterdammer de balans op: hoe staat de stad ervoor? Hoe kunnen we massawerkloosheid voorkomen?
Madelon van Goffau en An da Silva
Te midden van rijstvelden en tropische stranden realiseert eventmanager Corrine Marchal zich dat het coronavirus toch meer is dan een verkoudheid. Marchal was eind februari op het vliegtuig naar Bali gestapt om te gaan genieten van twee weken vakantie. Werkweken van tachtig uur waren voor haar geen zeldzaamheid en tijdens die vakantie, weg van alle hectiek, zou ze haar leven op een rijtje zetten: meer taken uit handen geven, uitbreiden met extra personeel en misschien zelfs een huis kopen.
Ze zag steeds meer vluchten uitvallen en om haar heen doken toeristen met mondkapjes op. ‘Toen drong door hoe groot dit was en wat dit voor mijn bedrijf betekende.’ En dus pakte ze midden in de nacht haar telefoon en belde ze vanuit Bali al haar klanten om aankomende evenementen bij voorbaat te annuleren. ‘Wanneer dit doorzet, gaan er klussen vallen en ik wil niet vastzitten aan die kosten. Als ik dat moet ophoesten, ben ik gewoon weg’, vertelde ze hen. Zo sijpelde het werk uit haar agenda, totdat die helemaal leeg was.
Terug in Amsterdam probeerde ze nog wat privé-feestjes te organiseren, maar ook die zijn met de verscherpte maatregelen afgeblazen. Financieel kan ze het met wat spaargeld en een Tozo-uitkering (tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers) van 1050 euro redelijk uitzingen, maar het ongeduld om aan de slag te gaan neemt toe. Nu vult ze haar dagen met het bijspijkeren van kennis: ‘Ik probeer te leren hoe ik mijn bedrijf online kan promoten, ik lees veel over minimal waste-producten en ondertussen blijf ik netwerken. Maar vaak genoeg denk ik: het is zo uitzichtloos, voor wie doe ik dit?’
Met een werkloze beroepsbevolking van 277.000 mensen stond Nederland er aan het begin van 2020 goed voor. Ten opzichte van een jaar eerder, toen 316.000 mensen nog op zoek waren naar werk, was dat een sterke daling van bijna 13 procent. In het tweede kwartaal sloeg de markt echter om: 269.000 werklozen meldden zich bij het UWV en verschillende gemeenten voor een uitkering of ondersteuning. Door de intelligente lockdown van half maart tot begin juni verloren veel mensen deze periode hun baan. Cafés en restaurants gingen dicht, cultuurinstellingen sloten hun poorten, taxi’s hadden geen klanten, de economie kromp sterk. De maatregelen die van kracht worden om de tweede golf te beteugelen, zullen vergelijkbare effecten hebben.
Amsterdam wordt hier sterk door getroffen Maar liefst 44 procent van de Amsterdamse werkgelegenheid vindt plaats in corona-gevoelige sectoren en dat komt tot uiting in de werkloosheidscijfers. Waar het aantal werkloosheidsuitkeringen landelijk met 29 procent steeg, nam het in Amsterdam met wel zestig procent toe – 22.000 Amsterdammers maken nu gebruik van een WW-uitkering.
‘Amsterdammers met een lager opleidingsniveau en flexcontract krijgen het extra zwaar te verduren. Dat komt door het soort werk en de manier waarop het georganiseerd wordt’, geeft hoogleraar Regionale Economische Dynamiek Henri de Groot als verklaring. Hoewel Amsterdam relatief veel hoogopgeleiden heeft, wordt de arbeidsmarkt ook gekenmerkt door een grote groep laagopgeleide werknemers met flexibele arbeidscontracten. Bovendien is de economie internationaal georiënteerd door onder meer het toerisme. Veel beroepen zijn contactgevoelig zoals de horeca en cultuursector. De samenstelling van de beroepsbevolking en de sectorstructuur zorgen voor bovengemiddelde economische schade in Amsterdam.
Bij vorige crises vielen de hardste klappen ook aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Om te voorkomen dat de kloof tussen werknemers met een vast contract en arbeidskrachten met een flexibel contract uitdiept, moet de overheid zich de komende jaren vooral richten op een betere balans op de arbeidsmarkt tussen beide groepen, vindt De Groot: ‘Vast moet minder vast worden, en flexibel minder flexibel.’
Op dit moment zijn er zo’n 419.000 Nederlanders werkloos, 4,5 procent van de Nederlandse beroepsbevolking. Hiervan ontvangen 29.000 mensen in de regio Groot-Amsterdam een WW-uitkering. De verwachting is dat de werkloosheid aan het einde van dit jaar landelijk is opgelopen tot 6,5 procent – meer dan een half miljoen mensen.
Groot-Amsterdam krijgt te maken met een economische krimp van negen tot twaalf procent, voorspelt Bert Tieben. Vanuit SEO Economisch Onderzoek schreef hij een rapport over de economische impact van het coronavirus op de economie, waarin er vier scenario’s worden geschetst. ‘Maar dit is gebaseerd op verzamelde gegevens uit de afgelopen twee kwartalen en volledig afhankelijk van de ontwikkelingen rond het virus. De tweede golf kan dit scenario sterk verslechteren.’
De verplichte vroege sluiting van eet- en drinkgelegenheden en de daling van vraag naar overnachtingen zorgen ervoor dat de sociaal-maatschappelijke schade groot is. De horeca is de komende maanden vooral aangewezen op hun binnenruimten en het (binnenlands) toerisme zal afnemen. Naar hoge waarschijnlijkheid zullen bedrijven er dan voor kiezen om hun zaak helemaal dicht te gooien. Gemiddeld is het omzetverlies in de Amsterdamse horeca tot nu toe rond de zestig procent.
Bijna een kwart van de werkloosheidsuitkeringen gaat naar jongeren tussen de 15 en 25 jaar. Zij hebben slechts recht op drie maanden WW en eventueel daarna bijstand. Een geluk bij een ongeluk is dat jongeren flexibeler zijn en relatief gemakkelijk uitstromen naar ander flexwerk of studie.
Voor Henk, die niet met zijn naam in de publiciteit wil, kwam het nieuws dat zijn contract niet werd verlengd niet geheel onverwacht. De 28-jarige projectleider van een van KLM’s innovatielabs zou begin februari afreizen naar China om zijn Chinese vriendin op te halen, maar door het oprukkende virus schrapte KLM alle vluchten naar China. Zijn vriendin kon nog wel op tijd het vliegtuig naar Nederland pakken. Van haar hoorde hij hoe ernstig de situatie daar was. ‘Ik was al heel erg op mijn hoede voordat het virus in Nederland was.’ Maar dat het hier ook zo ernstig zou worden had hij niet verwacht.
Binnen KLM volgden snel ontslagen nadat ook de vluchten naar Amerika werden geschrapt. Extern personeel en medewerkers met bepaalde-tijdscontracten verloren vrijwel direct hun baan. Zijn leidinggevende die ook andere crises heeft meegemaakt liet hem weten dat zijn functie lastig te behouden was, maar wilde vechten voor een uitzondering. Dit was helaas niet mogelijk; ook Henks bepaalde-tijdscontract werd niet verlengd. ‘Veel jonge mensen zijn in deze ontslagronde hun baan verloren, als de markt weer aantrekt zullen ze dat gemis op een manier moeten zien op te vangen.’
Bedrijfseconomisch snapt hij het heel goed. ‘Het is een groot bedrijf dat een manier moest vinden om de zomer door te komen.’ Zelf kreeg hij een transitievergoeding mee van 50-60% van zijn netto maandsalaris én drie maanden WW-uitkering. Naast het geld dat hij al gespaard had en dankzij een relatief lage huur, komt hij nu prima rond samen met zijn vriendin. ‘Als het coronavirus er niet was geweest, dan was ik graag bij KLM gebleven. Mijn plan om later in de sustainability business te werken, is door de coronacrisis in een snelvaart gekomen.’
Zorgen over de toekomst heeft hij niet omdat hij naar eigen zeggen mazzel heeft. ‘Ik heb een goede opleiding genoten, ben nog jong en flexibel genoeg om er iets van te kunnen maken. Ik heb al verschillende gesprekken lopen voor nieuw werk. Ik verwacht ook niet de volledige WW te benutten.’
Hoewel de meeste sectoren in negatieve zin worden geraakt door het virus, zijn er drie sectoren in Groot-Amsterdam die juist groeien tijdens deze crisis: de zorg, het openbaar bestuur en post- koeriersdiensten. De zorg is helder, maar ook de toename in bijstands- en andere ondersteuningsaanvragen zorgden voor een stijging in de werkgelegenheid bij overheidsorganisaties. En door het thuiswerken hebben ook de post- en pakketbezorgers meer werk dan voorheen.
Het is dan ook cruciaal om werkzoekenden van het ene type baan naar het andere type te helpen. De Groot pleit daarom voor een nauwe samenwerking tussen overheden, kennisinstellingen en werkgevers uit Amsterdam en de regio om zicht te krijgen op waar de tekorten zitten en zo bij- en omscholing makkelijker te maken. ‘De zakken van de overheid zijn niet oneindig, dus regelingen als de NOW en Tozo zullen een keer worden afgebouwd. Op het moment dat mensen langdurig werkloos blijven, bemoeilijkt dit de herintreding op de arbeidsmarkt. Dan verlies je waardevol menselijk kapitaal.’
Daarbij zou het volgens de hoogleraar Regionale Economische Dynamiek goed zijn als werkgevers de nadruk op diploma’s verminderen. ‘De arbeidsmarkt is heel zwart-wit: je kunt het wel of je kunt het niet. Van een diploma wordt verwacht dat je alles kunt, maar alles kunnen is niet altijd noodzakelijk om een waardevolle werknemer te zijn.’ Initiatieven als het Amsterdamse House of Skills (een samenwerking tussen kennisinstellingen, bestuurders en werkgevers uit de Metropoolregio Amsterdam) bieden volgens hem perspectief. ‘Hier ligt de nadruk op vaardigheden, op wat mensen wél kunnen.’ Waar House of Skills zich vooral richt op de onderkant van de arbeidsmarkt in Amsterdam, is het volgens De Groot cruciaal dat dit soort regiobrede initiatieven ook ontstaat voor hogere opleidingsniveaus.
Op dit moment telt Amsterdam 21.798 burgers met een WW-uitkering. Daarnaast maken 41.000 Amsterdamse zzp’ers en freelancers gebruik van de Tozo. De komende maanden stromen deze mensen voor een groot deel door naar de bijstand als ze geen werk vinden. Dit gaat de gemeente Amsterdam veel geld kosten. Het Rijk moet daar oog hebben, vindt zowel Tieben als De Groot. Want de kans is groot dat gemeenten gedwongen worden op andere sectoren te bezuinigen, zoals verduurzaming en cultuur. ‘Dat is water naar de zee dragen. Aan de ene kant behoud je nu banen door de steunpakketten, maar anderzijds zal je die verliezen doordat de gemeente niet op lokaal niveau kan investeren’, onderstreept Tieben.
Juist nu moet er worden geïnvesteerd, stelt De Groot. Het rijk is de enige die dat op dit moment kan realiseren, omdat het goedkoop kan lenen op de internationale kapitaalmarkt. Volgens De Groot biedt de crisis ook kansen en kunnen met de juiste investeringen van het Rijk korte- en lange-termijndoelen aan elkaar worden verbonden. Zo zijn er grote investeringen nodig om de klimaatdoelen van 2050 te halen. Nu is er de kans om het verduurzamen van huizen te versnellen: ‘Voor corona wist je niet waar je de installateur voor zonnepanelen vandaan moest halen en vroegen ze de hoofdprijs. Dat is logisch, maar daarmee wordt de transitie duur. Nu ontstaat er ruimte op de arbeidsmarkt en daar moet de overheid op inspringen. Je houdt mensen aan het werk en je brengt je lange-termijndoel dichterbij.’
Daarnaast kunnen we leren van de vorige recessie, volgens De Groot. Toen werd er sterk bezuinigd op de bouw van nieuwe woningen waardoor de woningmarkt instortte. Hierdoor raakten mensen in de bouw massaal hun baan kwijt. Dit kan worden voorkomen door nu juist te gaan bouwen. ‘Je houdt de bouw aan de praat en verkleint het woningtekort. Je koppelt daarmee de zorgen over de arbeidsmarkt aan iets dat sowieso moet gebeuren.’
door Madelon van Goffau en An da Silva