een gemaskerd bal
door Gertie Jaquet
(Foto Unsplash/Andrew Slifkin)
De roep om de binnenstad in balans te krijgen is groot. Na acht weken ‘lockdown’ staan de sociale media vol over ruimte voor lopen, de stilte, de rust op straat, de schone lucht, de raamprostitutie en de aanpak van de monocultuur. Niemand wil meer terug naar het oude, lijkt het.
Was het maar zo simpel. Bij het eerste initiatief van horeca-ondernemers voor gezellige terrassen sloeg de vlam meteen in de pan.
Van de beloofde stad in balans is de afgelopen jaren niets terechtgekomen. Het bleef bij pleisters plakken met enkele dure, en soms domme, experimenten zoals een stadsstrand bij het Centraal Station en de autovrij Negen Straatjes. Gaat de coronacrisis dit veranderen? Komt de stad nu wel in balans? Dat gaat niet vanzelf. Om de binnenstad weer in balans te brengen gelden vijf voorwaarden. Ontbreekt er een, dan werkt de aanpak niet.
De eerste voorwaarde is balans in functies voor bewoners, bezoekers, ondernemers en hun werknemers. Dit maakt de buurt voor iedereen vitaal, aantrekkelijk en veilig. Die balans is zoek met functies die niet te verenigen zijn. Een goede nachtrust is bijvoorbeeld niet gebaat bij het bruisende nachtleven.
Over de monocultuur is veel geschreven. Er valt veel te verdienen aan bier, wafels, drugs, tieten en Nutella. Dat mag je ondernemers niet kwalijk nemen.
Onder het motto ‘banen voor Amsterdam’ gaan we die ondernemers voorlopig geen strobreed in de weg leggen. Met de bestemmingsplannen in de hand staan die ondernemers in hun recht. Dat verander je niet van de een op de andere dag. Dit is een traject van vele jaren waarbij het greep krijgen op eigendom van vastgoed een voorwaarde is voor functietransitie. Hoopvol zijn de gesprekken over de raamprostitutie en coffeeshops in de binnenstad.
De tweede voorwaarde is de combinatie van regelgeving en handhaving. Er zijn regels bij gekomen voor zuipschuiten, grote excursiegroepen, illegale hotels, drinken op straat, afval en ondernemers die zich niet aan openingstijden of terrasregels houden. Dat vereist meer en vooral betere handhaving… en geld. Met een gemeentelijk tekort van 800 miljoen of meer in de komende twee coalitiejaren lijkt er weinig ruimte. Tenzij investeren in een leefbare binnenstad ook geld oplevert voor de gemeente met toeristenbelasting, gemeentelijke heffingen en onroerendezaakbelasting; ‘de cost gaat voor de baet uyt’.
De derde voorwaarde is een andere bereikbaarheid van de binnenstad. Die is gewoon te goed. Uit het Centraal Station, de parkeergarages, van de riviercruisevaart en door de touringcars stromen de bezoekers straks weer massaal de binnenstad in. Je kunt er letterlijk niet omheen. Alleen al de Rode Loper verwerkte voor de coronacrisis 300.000 voetgangers per dag.
Laat ze meer gespreid binnenkomen. Maak van station Zuid het nieuwe Centraal Station, promoot de Noord/Zuidlijn en stuur touringcars naar de rand van de stad. De binnenstad wordt autoluw. Maak ruimte op straat voor de vele voetgangers. Crowd management is prima, maar zorg eerst voor minder mensen en meer ruimte.
Goed nieuws is dat de touringcars uit het stadshart verdwijnen, de andere NS-stations worden aangepakt en de Noord-Zuidlijn succesvol is. Ook zijn er plannen voor meer ruimte voor voetgangers en minder ruimte voor auto’s.
De vierde voorwaarde is imago en communicatie. Met name de Wallen hebben een enorme aantrekkingskracht op de Amerikaanse flitstoeristen, de Engelse nog-net-vrijgezel op zoek naar seks en drugs, en op de Amsterdamse studenten. Wie wil er straks niet weer naar het beroemde Red Light District waar alles mag? Een taskforce duurzame bezoekerseconomie van Amstrerdam&Partners gaat hiermee aan de slag. Bewoners werken samen in het project we ‘Welivehere’. Een campagne om de ‘betere bezoeker’ te trekken werkt natuurlijk alleen als die de ‘betere’ buurt geeft wat ze belooft. Daarvoor zijn eerst functiebalans, regels en handhaving nodig.
Als vijfde voorwaarde voor balans moet de gemeenschap de schouders zetten onder de maatregelen vanuit een gedeelde visie over een aantrekkelijke binnenstad. Die gemeenschap ontbreekt. Druktemakende ondernemers staan lijnrecht tegenover ontevreden bewoners. Het water staat die ondernemers nu aan de lippen. Hoe overleven ze de komende twee jaar? Komen die er samen nog wel uit? Ze zitten zwaarbewapend ingegraven in hun loopgraven.
De coronastad verander je alleen maar door het roer om te gooien.
Het alternatief is dat we de binnenstad na de coronacrisis weer overgeven aan de drukte. Wie wil er over tien jaar dan nog in Pretpark Amsterdam wonen?
De gemeente is platzak. Daarom moeten na de coronacrisis private en publieke partijen samenwerken om waarde te creëren. Er is geld nodig. De inzet van Stadsgoed NV en NV Zeedijk op het verwerven van vastgoed om daarmee greep te krijgen op het gebruik, is een goed startpunt. Wie wil er nu niet investeren in de mooie binnenstad? Wanneer mogen wij als bewoners mee-investeren in onze binnenstad? Mogen wij als bewoners mee-investeren in onze binnenstad? Ik zou wel graag aandeeltjes Stadsgoed NV en NV Zeedijk willen kopen voor mijn oude dagsvoorziening.
door Walther Ploos van Amstel