Uitlaatklep
De wachtende stad ligt er verlaten bij. Gele tulpen verraden de lente die al een maand een arm om ons heen probeert te slaan. Thuiswerkers rollen op skeelers door de straten om lunch te halen, en op de stoepen voor de winkels zit het personeel voorovergebogen in kleermakerszit de hele dag de longen zwart te roken. Achter hen wapperen shirts en jurkjes aan rekjes onder airco’s die nog nooit zo lang voor niks hingen te loeien. Niemand die iets past, koopt en er uitdagend mee naar buiten loopt.
We zijn de afgelopen weken allemaal keihard onder de riem gestoken. Hinkend op wat er nog over is van onze samenleving houden we vol richting het nieuwe normaal. Wachtend op het teken van onze leiders. Het moment waarop we de nieuwe wereld mogen betreden, waarin voor de helft van ons geen plek meer is in treinen, sportscholen, restaurants en theaterzalen. Waarin het woord ‘feest’ uit onze vocabulaire geschrapt kan worden en waarin knuffelaars met de dood worden bedreigd. De angst voor een nieuwe uitbraak zal overheersen ook al heeft dat tot gevolg dat we allemaal kapot gaan aan de faillissementen van diegenen die vroeger onze uitlaatkleppen faciliteerden. Bedenk voor jezelf even hoe je de komende twee jaar gaat overleven zonder mogelijkheden om stoom af te blazen na een inspiratieloze (thuis)werkweek.
Zonder een kroeg waar een vriendelijk groetende barman, een van het schuim druipend glas, voor je onder de tap vandaan haalt. Het omhelzen van je vrienden die je na een stevige handdruk trakteren op een tweede glas koud bier en verhalen over wat ze die week meemaakten. Het festival waar je de zolen van je schoenen danst terwijl de zon je kop verschroeit. De bal die je binnenkant paal binnentikt waarna je tien minuten lang op de schouders van je teamgenoten het veld rondgaat omdat jullie eindelijk een keer de kampioen zijn.
Als we onszelf lang genoeg intelligent opsluiten dan ga je zelfs je collega’s missen. Het ruiken van een metro vol mensen die kennelijk harder gewerkt hebben dan jij. De luidkeels popcorn vretende man op de stoel naast je terwijl jullie samen genieten van ‘No time to die’. De voor je auto langs scherende fietstoerist, de krantverkoper, de baas, de mensen achter en voor je in de rij die meer of minder haast hebben dan jij.
Pieken en dalen worden vervangen door de monotone flatline van het nieuwe leven.
We moeten de drang naar sociaal contact de kop indrukken, de eenzaamheid omarmen en de uitlaatklep opnieuw uitvinden. Het eerste wat ik op mijn lijstje heb staan is het streaken tijdens de webcamyogales van mijn vriendin. Ik wil de reacties van al die zichzelf opvouwende vrouwen wel eens zien. Mocht iemand van jullie een betere uitlaatklep gevonden hebben dan hoor ik het natuurlijk graag.
Met angst en beven blik ik vooruit op een uitlaatkleploze samenleving.
door Sjoerd Zijlstra